Schil de pompoen, verwijder de zaadjes en de draadjes en snijd in dunne plakjes en dan verder in julienne (dat is keukenlatijn dat je kan vertalen in "lucifer-grootte"). Dit is het echte werk, wat je met een goede keukenrobot duidelijk sneller gedaan krijgt, maar dan heb je achteraf weer flink wat afwas met zulk een toestel. Een rasp wil ook al wel eens helpen om sneller te werken.
Snijd het stuk ui in zo fijn mogelijke reepjes.
Snijd de gember in schijfjes en elk schijfje in zo fijn mogelijke reepjes.
Doe je pompoenstukjes, ui en gember in een kom, strooi er 1/3de theelepel bruine suiker en 1/3 de theelepel rotszout over, roer goed om en laat een 20
minuten rusten.
Hier gebeurt "het wonder": de fijngesneden pompoen begint zijn sap duidelijk vrij te geven: je zal een mooi oranje sapje op de bodem terugvinden.
Na 20 minuten voeg je de rijst- en gewone bloem toe: roer goed door de pompoenstukjes zodat deze met het beslag bedekt worden.
Laat je pompoenpannenkoekenbeslag nog een 5tal minuten rusten.
Verwarm wat olie in een koekenpan op een laag tot middelhoog vuur (is altijd even zoeken en hangt steeds af van je pan, je vuur en het aantal pannenkoekjes dat je tegelijk bakt)
Schep wat beslag (1 eetlepel per pannenkoekje) in de pan en verspreid naar gewenste vorm en dikte: zie foto. Hoe kleiner, hoe makkelijker je ze zal omdraaien zonder ze te breken!
Bak een 2 tot 3 tal minuten aan elke kant: het is de bedoeling dat je een goudbruin korstje bakt aan elke kant en dat de pompoenstukjes uiteraard na de baktijd gegaard zijn en dus niet meer hard aanvoelen. Draai om, voeg indien nodig meer olie toe en druk indien nodig met je pannenlikker op het gebakje zodat het ook egaal zal bakken aan de onderzijde (het beslag is immers niet meer lopend, dus kan niet vanzelf meer egaal verspreiden).
Serveer je hartige pannenkoekjes als aperitiefhapje met een pikante dipsaus of als lekker volledig vegetarisch bijgerecht.